Opvallend bij veel soorten waterwild is dat er slechts op enkele dagen sterke trek wordt waargenomen. Vooral bij de grondeleenden is dat het geval. Bij deze trekbewegingen worden aan de Hondsbossche doorgaans de grootste uurtotalen bereikt, In het waddengebied merkt men, althans aan de Noordzeezijde van de eilanden vrijwel niets van deze trekbewegingen. Bij het vergelijken van deze aantallen met de totalen van het voorjaar van 1974 moet wel bedacht worden dat er in 1975 veel intensiever is waargenomen. Zo werd er in de weken 10 t/m 18, voor de meeste soorten toch wel de gunstigste periode, nu gedurende 396 uren waargenomen tegen 291 uren in 1974 . Ondanks dit grotere aantal waarnemingsuren is het totaal slechts bij enkele soorten (Smient, Zwarte Zeeëend) beduidend hoger dan in 1974.