Pijlstormvogels

Het aantal waargenomen pijlstormvogels was in 1976 opvallend groter dan in de voorafgaande jaren. Dit is des te opvallender omdat de herfst van 1976 niet bepaald als een stormachtig seizoen gekenmerkt kan worden. Waarschijnlijk als gevolg van de hoge zeewatertemperatuur verbleven er in de nazomer veel meer pijlstormvogels in de Noordzee dan in andere jaren. Voor de Engelse oostkust werden zelfs Grote pijlstormvogels waargenomen. Verrassende aantallen vertoonden zich op 3 en 10 september aan de Hondsbossche. Vooral vrijdagmiddag 3 sept. was voor onze begrippen uniek : in 6 uur 36 Noordse en 35 Grauwe pijlstormvogels. Opvallend was verder het voorkomen van met name de Grauwe op dagen met in het geheel geen stormsituatie. Zo werden in het waddengebied 9 Grauwe pijlen bij aflandige wind waargenomen. Verder was het typerend dat in de lange periode van begin okt. tot eind november met vnl. aflandige wind op die ene dag met een stevige zuidwester (21 okt.) prompt weer Noordse en Grauwe pijlstormvogels voor de Hondsbossche verschenen. De vroegste Noordse pijlstormvogel werd gezien op 2 sept. bij IJmuiden. Goede dagen waren de al eerder genoemde 3 sept. en ook 10 sept. met 14 ex. N in. 6 uur aan de Hbz. Andere goede dagen : 11 sept. Hbz. : 7 ex. N in 4 uur – 21 okt. Hbz. : 6 ex, N in 4 uur. In het Waddengebied werd de Noordse pijl gezien op 12 sept, en op 5 en 23 oktober.