Voor de in dit verslag getekende figuren voor Grote Mantelmeeuw, Kleine Mantelmeeuw en Kokmeeuw werd alleen gebruik gemaakt van die kaarten van de Hondsbossche en noordwijk, waaruit duidelijk bleek dat er gepoogd was deze soorten te tellen of te schatten. Dat dit dikwijls geen eenvoudige zaak is, komt doordat de grotere meeuwen graag bij aanlan dige wind gebruik maken van de opstijgende luchtstroom langs de buitenste duinenrij en dan vaak door de over zee turende waarnemers gemist of slechts geschat kunnen worden. Ook trekken de grotere meeuwen vaak over de duinen of zoeken achter de duinen een rustplaats. Soms gebeurt het dat hiermee jagers landinwaarts gelokt worden. Zo werd bij de vuilnishoop van Noordwijk tweemaal een Kleine Jager als verkeersslachtoffer gemeld. Kortom de doortrekfiguur geeft veel meer dan bij andere soorten een indruk van het werkel ijke trekgebeuren bij deze soorten. In de zomer worden maar weinig Grote Mantelmeeuwen langs de kust gezien , maar in september zijn de aantallen beduidend groter. Tijdens de paar stormdagen wordt deze soort niet zoveel gezien. In oktober zijn de aantallen zeer klein ( geen stormen), maar in november zijn de Grote Mantelmeeuwen overal in behoorlijke aantallen te zien