De voorjaarstrek van duikers in 1977 was veel sterker dan in het toch ook goede jaar 1976. De figuren 5.2 en 6.2 laten echter heel duidelijk zien dat dit verschijnsel alleen aan de Hondsbossche waarneembaar was. De waarnemingen uit het Waddengebied zijn te incidenteel om hieruit conclusies te kunnen trekken. De belangrijkste dagen waren hier: 8 maart Terschelling 8-9u 45 ex Z en 4 ex. N (ZW 4), 17 maart Tersch. 7-8u 12 ex, Z (ZW 4) en 16 april Texel 9-10u 12 ex. N (W 5). Ook aan de Hondsbossche worden goede trekdagen gekenmerkt door wind uit de zuidwesthoek: 5 april : 7-18u : 8-2-10-16-16-10-18-10-32-19. (W 4). 12 april: 7-18u : 2-4-1-2-3-9-17-22-14-5 (ZW 5). Uit figuur 7.2. blijkt niet duidelijk dat de meeste Parelduikers in een andere periode trekken dan de meeste Roodkeelduikers. Pas vanaf begin april worden de eerste duikers aan het doorkomende zomerkleed herkend, maar het aantal niet op naam gebrachte duikers blijft steeds zodanig groot, dat eigenlijk niets gezegd kan worden over eventuele verschillen in doorkomsttijd.