Bij de berekening van presentiepereentages speelt het aantal exx, dat in het desbetreffende uur werd gezien, geen rol. Per zevendaagse periode worden alle uren geteld waarin de soort werd waargenomen. Dit aantal wordt uitgedrukt in een percentage van het totaalaantal waarnemingsuren in de desbetreffende zevendaagse periode. Voorbeeld : In week 22 (28 mei-3 juni) werden in 11 uren Zwarte Zeeëenden langs de Zuidhollandse kust waargenomen. In die week werden langs de Zuid-Hollandse kust 22 uurtellingen verricht. Dit leidt tot het presentiepercentage van 50. In de volgende figuren is het presentiepercentage van Noord-Holland Noord met een gestippelde lijn aangegeven, terwijl de gegevens van Zuid-Holland + IJmuiden met de gesloten lijn zijn aangeduid.