Dit halfjaarverslag heeft in principe dezelfde opzet als dat over najaar 1982. Dat wil zeggen dat niet alle soorten meer in de tekst aan de orde komen, maar dat slechts aan een beperkt aantal soorten een wat uitvoeriger bespreking wordt gewijd, waarin ook getracht wordt op enige achtergronden in te gaan. Bij de keuze van deze soorten is gepoogd vooral aan opvallende en van het normale patroon afwijkende verschijnselen aandacht te besteden. Omdat hierbij veel van de door de waarnemers geconstateerde vogelverplaatsingen onvermeld dreigen te blijven, worden wel de totaalstaten van alle soorten en de grafieken met uurgemiddelden van de meeste soorten gegeven. Daarnaast is in dit verslag voor het eerst ook een chronologisch overzicht van het halfjaar gemaakt, waarin per maand de belangrijkste trekbewegingen worden genoemd. Dit is bovendien aangevuld met de waarnemingen van zeldzame en schaarse soorten. In dit overzicht worden alleen de op landelijk niveau belangrijke trekdagen genoemd en het beoogt dan ook eerder een karakteristiek van de eerste helft van 1983 te geven dan een compleet verslag hiervan te zijn. Dit keer zijn Rotgans, Grote Zeeeend, Drieteenmeeuw en ‘alk/zeekoet’ gekozen voor de uitvoerige besprekingen.