In het voorjaar van 1983 werden zeer veel noordwaarts vliegende Rotganzen waargenomen. Figuur 7.4 laat voor de drie deelgebieden het trekverloop zien. Duidelijk blijkt dat in alle drie deelgebieden de trek zich sterk in de maand maart concentreert. In Zuid-Holland, Noord-Holland en het Waddengebied werden in de periode 26 februari- 14 april respectievelijk 78% (n= 1924), 91% (n= 17243) en 88% (n=913) van de totale aantallen noordwaarts vliegende Rotganzen gezien. Ook de hoogste presentiepercentages werden steeds in maart vastqesteld. Alle opvallende verplaatsingen betroffen steeds noordwaartse trek: in de drie deelgebieden Zuid-Holland, Noord-Holland en het Waddengebied trok respectievelijk 87% (n= 2194), 99% (n=17317) en 98% (n= 928) van de waargenomen vogels naar noord.