Een bijzonder koude maand met een uitzonderlijk strenge vorstperiode, inzettend op de 2e na afloop van een ZOwaarts trekkende depressie op de 1e. T/m de 20e bleef het vriezen met langs de kust 12 ijsdagen. Neerslag (vnl. sneeuw) viel er iets meer dan normaal, behalve in WD, waar duidelijk meer viel. Van 4-20 jan was er sprake van een sneeuwdek. Hoge luchtdruk bij de Britse Eilanden zorgde dat oceaanstoringen niet doordrongen. Temperaturen zakten regelmatig tot beneden -10°C. Op de 6e een felle sneeuwjacht. Tussen de 21e en de 28e een reeks oceaandepressies, met winterse buien en stormachtige ZW-wind. Op het laatst wisselvallig weer met buien, veel wind en temperaturen tot 8 à 10°C.