2. Het weer in het najaar van 1986

Juli was droog, iets aan de warme kant met gemiddelde zonneschijn. Door het veelvuldig voorkomen van hoge luchtdruk ten ZW van ons land overheersten W- en NW-winden en ontbraken O-winden vrijwel, geneel. Een hogedrukgebied met het centrum boven de Noorse zee bracht begin juli zomers weer. Na de 3e zorgden oceaanstoringen voor lagere temp., NW-wind en af en toe regen. Pas rond de l3e kwam het weer onder invloed van het Azorenhoog, waarbij vochtige oceaanlucht voor mist en vrij lage temp. zorgde. Na de 18 werd de mist door storingen boven het N. van de oceaan vervangen door motregen. Vanaf de 28e kwamen we in een wisselend weertype terecht met ZW-wind, hogere temp. en af en: toe regen en onweer.