In de eertse week passeerden diverse depressies, die gepaard gingen met krachtige winden uit ZW tot NW en veel neerslag. Af en toe daalde de temp. tot onder het nulpunt. Vanaf de 7e ontwikkelde zich boven Noord-Europa een hogedrukgebid, dat voor de aanvoer van zeer koude lucht zorgde. Van 10 t/m 20 jan was er sprake van een N-stroming, die ons land in ijzig koude greep legde (temp. tot -18°C op de 14e en enkele dagen zware sneeuwval). Hierna liep de temp. weer op en ontstond dichte mist en motregen met zwakke W-wind. De laatste 5 dagen was er weer sprake van strenge vorst en zonnig weer.