-Roodkeel-/Parelduiker – Gavia stellata/arctica Hoewel het totaal van 6597 ex. wordt overtroffen door de voorjaren van ’82 en ’86, was het uurgemiddelde (8.8) het hoogste tot nog toe. Zeer veel ex. werden gezien in NH (75% van het totaal), in Wd ditmaal slechts 20% (te weinig uren geteld?) en in ZH 5%. Van alle waargenomen vogels vloog 58% N en verbleef 3% tp. De meest omvangrijke verplaatsingen vonden plaats met strenge vorst rond half jan in NH. Waarschijnlijk was hier sprake van een grote overwinterende groep, die zich af en toe verplaatste; op 1601 vlogen vlogen meer dan 1000 ex. te Hbz naar N, terwijl 2 dagen later een zelfde aantal zich aldaar naar Z verplaatste. In andere deelgebieden werd niets van deze verplaatsingen opgemerkt. Aantallen bleven vrij hoog tot de 2e week van feb, waarna totalen snel terugliepen. Na half april ging het nog om slechts enkele ex. per uur. Hiervan konden echter velen op naam gebracht worden, waaronder weer redelijk wat Parelduikers (vooral in mei).