Ten noordoosten van Leeuwarden liggen de Groote Vielen, een zeer gevarieerd natuurgebied (figuur 1) van ca 1000 ha.. Drie grondsoorten ontmoeten elkaar bier, van west naar oost: klei, veen en zand. Het landscbap verandert van open klei/veen weidegebied, naar meren en moerasgebied tot halfopen coulissenlandschap op zandgrond. Voor vogels is het Groote Vielen-gebied van grote betekenis (Nijland, Timmerman 1986). De weidevogels broeden hier nog in ”ouderwetse” verscheidenheid, terwijl de boezemlanden en zomerpolders, die vanaf november tot in maart onder water staan, vele duizenden trekvogels en overwinteraars lokken. Tussen 1970 en 1978 zijn er veel waarnemingen verricht door de NJN-afdeling Leeuwarden (Nederlandse Jeugdbond voor Natuurstudie), tijdens periodieke excursies (Kiers 1974, van Dijk 1978). Vanaf 1978 beeft de Vielenwerkgroep er vogelonderzoek verricht. In een serie artikelen wordt het vogelleven besproken. De soorten komen één voor één aan de orde. Voor vogelaars in Friesland kunnen de cijfers en grafieken een aardig beeld geven van bet voorkomen van vogels in gelijksoortige gebieden gedurende het jaar. Het cijfermateriaal is gebaseerd op de archieven van Auke Visser en Freek Nijland, belde Vielenwerkgroepleden. De gegevens beslaan een periode van tien jaar: van 1976 t/m 1987. Indian nodig wordt vergeleken met de periode vóór 1976.