Het invasie-achtig voorkomen van wintervogels is een aanwijzing voor een geslaagd broedseizoen. Invasies strekken zich echter niet elke keer even ver naar het zuiden uit. Dat schreef ik in een eerder artikel in Twirre (Hendriksma 1989). Hieronder wordt daar nader op ingegaan. De winter van 1988/1989 kon voor de Grote Barmsijs Carduelis flammea als een invasiewinter aangemerkt worden, maar die van 1989/1990 niet, althans die winter heb ik in Friesland geen enkele Grote Barmsijs kunnen ontdekken. Toen H. Schreur, J. Sinnema en ondergetekende evenwel op 3 januari 1990 in de Lauwersmeer waren, troffen wij er behalve Sijzen C. spinus ook op drie verschillende plaatsen groepjes van elk meer dan 20 Grote Barmsijzen aan. Wanneer je actieradius tot dit gebied beperkt zou zijn, dan zou je al gauw de indruk krijgen van een invasie. Dit brengt mij op een voorval van c. tien jaar geleden. Zoals bekend is er in augustus 1968 een grote invasie geweest van Notekrakers Nucifraga caryocatactes. Dit kwam eind zeventiger jaren ter sprake tijdens een lezing in een dorp in Groningen. Men vertelde mij toen dat er later in Groningen nog een tweede Invasie van Notekrakers was geweest, even groot als de eerste. Het Jaar kon ik niet precies achterhalen, maar het moet omstreeks 1977 zijn geweest. Van die tweede invasie is toen in Friesland, voor zover mij bekend, niets gemerkt.