Een ieder heeft het afgelopen half jaar in de kranten de merkwaardige en opgeblazen discussie kunnen volgen over de ’moeras’plannen in bepaalde delen van Friesland. Door de tegenstanders van de plannen voor nieuwe natuur werd het voorgesteld alsof Friesland één groot moeras zou worden, waarbij tegelijkertijd de natuurbescherming werd aangewezen als oorzaak van de moeilijkheden in de landbouw. Een voorstelling van zaken, die ver bezijden de waarheid is, maar helaas nogal wat succes heeft geoogst. In werkelijkheid gaat het slechts om een beperkt herstel van de aangetaste en versnipperde natuur in het kader van het Natuurbeleidsplan. Dat herstel is hoog nodig, gezien de aftakeling van de natuur om ons heen. Het natuurherstel zal moeten lelden tot grotere aaneengesloten natuurgebieden, waardoor de kans op uitsterven van plant- en diersoorten kleiner wordt en de natuur zichzelf meer bedruipen kan en minder te lijden heeft van de omringende vervullingsbronnen. Dit wordt ook wel aangeduid met de term natuurontwikkeling. Die natuurgebieden zullen natter zijn dan in het nabije verleden. Naast verzuring door meststoffen is juist de verdroging, vanwege dipontwatering van de omringende agrarische gebieden, een belangrijke oorzaak geweest van de achteruitgang van da natuur.