Op 21 juni 1993 ga ik met Johan van der Velde, opzichter bij Staatsbosbeheer, een dag het veld in. We bezoeken het Klaarkampermeer. Een klein natuurgebied bij Rinsumageest van ruim 30 ha. Het staat bekend om de aanwezigheid van zoutminnende planten. Dat komt omdat in de lage delen brak grondwater (kwel) aan de oppervlakte komt. De beheersdoelen zijn tweeledig. Op de hoger gelegen gronden is het beheer vooral gericht op weidevogels. Deze broeden zeer talrijk in het Klaarkampermeer. Niet alleen algemene soorten zoals Scholekster, Grutto, Tureluur en Kievit maar ook minder voorkomende soorten als Krakeend, Slobeend, Kuifeend en Zomertaling. Daarnaast is er een broedkolonie Visdiefjes. Ook zijn er broedgevallen bekend van Kluut en Kemphaan. In het lagere terreingedeelte is het beheer vooral gericht op instandhouden en verder ontwikkelen van zilte vegetaties. Hier groeien soorten als Zeekraal en Melkkruid. Aan Johan van der Velde de vraag hoe het beheer tot nu toe is verlopen en hoe het er in de toekomst gaat uitzien.