Het rapport van H. Feenstra behandelt in het kort een gebiedsbeschrijving, heden en verleden, vegetatie en de huidige en toekomstige beheersvoering. Daarna volgen weersomstandigheden en gebruikte methode. De resultaten worden eerst in tabelvorm vermeld, gevolgd door een uitgebreidere beschrijving per soort waar het gaat om broedvogels. De niet-broedvogels worden daarna weer in tabelvorm vermeld. De schrijver besluit met een hoofdstuk conclusies en een hoofdstuk discussie, beide één pagina. Het lijkt mij een beetje dubbel, aangezien beide hoofdstukken min of meer hetzelfde zeggen. Niettemin blijkt uit de inventarisatiegegevens de onmiskenbare waarde van het gebied voor een aantal rode lijstsoorten. Met name de Geoorde fuut springt eruit met een broedresultaat van 67% in 1995 op 12 broedparen. Andere rode lijstsoorten zijn o m. Dodaars, Paapje, Roodborsttapuit en Geelgors.