24 juli 1996, midden in de zomerluwte. Overal in de provincie gaan de inventarisaties en projecten, soms op een wat lager pitje, gewoon door. Het bestuur heeft zomerreces. Toch valt er één belangrijk punt te melden. In de politiek wordt steeds sterker gevoeld dat het natuurbeleid in Nederland een sterker maatschappelijk draagvlak nodig heeft. Reden waarom het natuurbeleid meer gedecentraliseerd wordt, en waarom er veel meer dan vroeger overleg met de streek gevoerd wordt. Het bestuur vindt dit op zichzelf een goede ontwikkeling, maar er schuilen wel enkele gevaren: 1) Hoe dichter bij de basis beslissingen genomen worden, hoe groter het gevaar dat het grote verband zoekraakt. En dat grote verband was nu juist één van de sterke punten van het nieuwe natuurbeleid (Natuurbeleidsplan, 1990). 2) In het overleg met de streek domineren doorgaans de boeren. Dat is in zoverre logisch, dat zij vaak de meest betrokken mensen zijn in de uitvoering van het natuurbeleid, al was het alleen al door gronden die zij kwijtraken. Het leidt er echter wel toe dat gemakkelijk compromissen ontstaan, terwijl het Natuurbeleidsplan al een compromis is. 3) In Friesland wordt zeer verschillend gedacht over de uitvoering van het Natuurbeleidsplan. Dat is in onze maatschappij vanzelfsprekend en allerminst verontrustend Het is wel zaak dat in de discussie de stroom waartoe de FFF zich rekent (op hoofdlijnen strikte uitvoering van het Natuurbeleidsplan, en liefst méér) stem heeft en houdt, en dat deze stroom niet uitgespeeld wordt tegen andere stromingen die veel dichter tegen het boerenbelang aanzitten. Om concreet te zijn: wij rekenen veel Wildbeheereenheden en (het hoofdbestuur van) de BFVW daartoe.