Ruim 30 jaar terug kenden we in de Friese binnenwateren drie soorten vlokreeften (Gammarus pulex pulex, G. duebeni duebeni en G. zaddachi). Menselijke activiteiten hebben ertoe geleid, dat het er thans zes zijn. Van de nieuwelingen hebben twee soorten (Gammarus tigrinus en Crangonyx pseudogracilis) hun ’roots’ in Noord- Amerika; de derde soort (Dikerogammarus villosus) komt uit het stroomgebied van de Donau. De twee uit Noord-Amerika voelen zich hier zeer thuis, G.tigrinus zelfs zo goed dat hij onze meest algemene vlokreeft is geworden. Menselijk handelen (ontzilting) heeft er toe bijgedragen dat één van de drie inheemse soorten, G.zaddachi, vrijwel uit het binnenwater is verdreven. De komende jaren zullen moeten uitwijzen hoe de kolonisatie verder zal verlopen en welke de effecten van eventuele onderlinge concurrentie zullen zijn.