In 1997 bestond de Bond van Friese Vogelbeschermingswachten (BFVW) 50 jaar; een organisatie die misschien wel dieper geworteld is in de Friese cultuur dan welke andere provinciale organisatie dan ook. Reden te meer voor Sake Roodbergen om de geschiedenis van de Bond uitvoerig te beschrijven. Daar stak hij uiteindelijk vier jaar in! Eerder schreef Roodbergen ‘Kievit tussen pet en wet’, wat volledig in het teken van ‘it aaisykjen’ stond. Daarnaast is de schrijver bekend van zijn stellingname rond de traditie van het kievitseieren zoeken in de Leeuwarder Courant. Al in het brede, soms wat omslachtige uitlichten van de achtergrond en het ontstaan van de BFVW, vormt het eierzoeken ook in dit boek de rode draad. In de volgende hoofdstukken wordt alles wat de BFVW op haar pad tegenkwam en tegenkomt (een tamelijk onsamenhangend geheel), in het licht van deze traditie en de strijd ter behoud daarvan belicht. Daarmee wordt die rode draad erg dik en worden de uiteenlopende thema’s nogal eenzijdig belicht. Dat zorgt al met al voor een wat nare ondertoon en menige organisatie wordt tekort gedaan, inclusief de BFVW zelf. Zo worden de wetlandwachten van Vogelbescherming Nederland bijvoorbeeld ‘vooruitgeschoven posten’ genoemd, waarvan geen enkele aangesloten is bij een BFVW-wacht. Ten eerste is dat onjuist, maar bovendien zou je ook waardering kunnen uitspreken voor deze vrijwilligers omdat zij dikke bestemmingsplannen doorspitten en moeizame procedures opstarten ter bescherming van onze natte natuurgebieden. Op een soortgelijke, negatieve wijze worden ook natuurbeschermingsorganisaties, Leeuwarder Courant, FFF, Vogelbescherming Nederland, ganzengedooggebieden, vossen en wat al niet meer belicht. Natuurontwikkeling wordt afgedaan als een nieuwe trend, maar dat verschillende natuurontwikkelingsprojecten in Fryslân een impuls voor weidevogels betekenen, wordt niet genoemd. Opvallend is ook dat het Weidevogelmeetnet (WMF) niet bij naam wordt genoemd, terwijl dit voor driekwart uit BFVW-ers bestaat. De verbreding van activiteiten binnen vogelwachten onder impulsen van SOVON, WMF en Werkgroep Roofvogels Nederland wordt besempeld als ‘uitholling en versnippering’, terwijl dat mijns inziens eerder verdieping en verbreding is. Zo gaat er ook weinig aandacht uit naar ‘nieuwe’ activiteiten van wachten. Het vele werk dat verschillende wachten in het zuidwesten van Fryslân aan roofvogelinventarisatie doen, komt bijvoorbeeld niet aan bod, terwijl dit een belangrijk aandeel vormt in het landelijke roofvogelonderzoek.