Weidevogels zijn een ‘hot item’ in Fryslân. Zaken als weidevogelbescherming, weidevogelonderzoek, de traditie van het zoeken en rapen van kievitseieren, de oorzaken van de achteruitgang van verschillende soorten en predatie zijn zowaar aan de orde van de dag in de Friese media. Helaas worden veel discussies over weidevogels in Fryslân vaak gebaseerd op een subjectieve meningsvorming en op emoties. Steeds meer lijkt de discussie versmald tot een discussie over het wel of niet bejagen van Vossen en tussen neus en lippen door worden Buizerd, Havik en Bruine Kiekendief voorzichtig zwart gemaakt. Artikelen in de provinciale kranten en bladen, en de vele items op radio en tv missen veelal een feitelijke onderbouwing. Daarmee wordt te vaak een onvolledig beeld geschetst over o.a. achteruitgang van weidevogels, de betekenis van predatie, ecologie, weidevogelbeheer en de effecten van weidevogelbescherming. Blijkbaar is het hoogst ongewenst in ’t Friese de vinger op de zere plek te leggen. Als we eens goed naar het landschap om ons heen kijken en ons verdiepen in de ecologie van weidevogels moet toch eens gezegd worden dat het Friese landschap anno 2001 dusdanig is ingericht dat het voor soorten als Grutto, Watersnip en Veldleeuwerik een ongeschikt leef- en broedgebied vormt. Monotone raaigrasmatten, als biljartlakens zo egaal en van kruiden vervreemd, met waterstanden tot ruim anderhalve meter beneden het maaiveld. Wanneer de eerste grutto-kuikens uit de dop kruipen, gaat in Fryslân praktisch binnen een week de eerste snee gras eraf. Dan verschijnen op de slaapplaatsen duizenden Grutto’s zonder jongen en wordt de 1%-norm her en der overschreden. Zijn dat niet de wezenlijke problemen die spelen in weidevogelland?