Ruim eenjaar later dan was gepland, is dan eindelijk deel 2 van de Avifauna van Nederland verschenen. Eindelijk, want dit is het standaardwerk waar velen reikhalzend naar uitgekeken hebben. Waar deel 1 (het Dutch Birding-deel) van de Avifauna alle zeldzame soorten uitvoerig behandelde (bespreking in Twirre 10/4, 1999) gaat deel 2 (het SOVONdeel) in op de algemene en schaarse soorten van Nederland. Daarvoor is een beroep gedaan op vrijwel álle projecten c.q. omvangrijke databanken van vooral SOVON, Werkgroep Roofvogels Nederland (WRN), Nederlandse Zeevogelgroep (NZG) en de onnoemlijk vele landelijke en regionale publicaties. Algemeen vormen de twee atlassen van SOVON belangrijke bronnen; voor broedvogels met name ook projecten als het Landelijk Soortonderzoek Broedvogels (zeldzame soorten en kolonievogels) en het Broedvogel Monitoring Project. Voor water- en wintervogels gaat het daarnaast om de diverse watervogelmonitoringprojecten, Punt Transect Tellingen en op regio's gerichte projecten, zoals het Waddenproject. Aanvullend zijn zeetrektellingen, tellingen op de Noordzee, olieslachtoffertellingen op Nederlandse kusten, landtrektellingen, losse waarnemingen en gegevens van de Nederlandse Ringcentrale gebruikt. Bovendien zijn ook mensen in de regio geraadpleegd. Al met al gegevens waar enkele duizenden vrijwilligers bij betrokken zijn. Daar zit meteen ook de enorme winst van dit imposante boekwerk. Gegevens die normaliter apart van elkaar verschijnen in rapporten en artikelen zijn samengevoegd. Niet alleen treffen we onze broed-, winter- en trekvogels in één naslagwerk aan, maar is het bijvoegen van de NZG-zeevogelgegevens een belangrijke toegevoegde waarde, nu ook de ‘Noordzee-gegevens’ erin betrokken zijn. Deel 2 vertelt ons daarmee veel meer over de vogels van Nederland en het Nederlandse landschap dan het overzicht van losse waarnemingen van zeldzame soorten in deel 1. Voorafgaand aan de soortbesprekingen wordt nader ingegaan op de voorgeschiedenis van dit deel van de Avifauna, Nederland in de 20a eeuw (landschap, wetgeving, grondgebruik, weer) en de bronnen voor de soortteksten. De soortteksten zijn alle opgedeeld in secties, namelijk ‘herkomst en verblijf’, ‘voorkomen in de broedtijd’, ‘voorkomen buiten de broedtijd’ en ‘aantallen en trend’. De verspreiding van veel soorten wordt weergegeven in verspreidingskaarten en trends veelal in grafieken (alle in fraai ‘SOVONblauw’). Bij verschillende soorten worden regionale trends weergegeven in grafieken of worden seizoenspatronen, trends en/of verspreiding gerelateerd aan regio’s, landschapstypen en -kenmerken. Daarbij zijn veel gegevens nader, kritisch getoetst, getuige bijvoorbeeld het overzicht van de Kwak, waarmee het recente overzicht van broedgevallen van deze soort in Limosa naar de prullenbak verwezen wordt.
| Additional Metadata | |
|---|---|
| Twirre | |
| CC BY 3.0 NL ("Naamsvermelding") | |
| Organisation | Fryske Feriening foar Fjildbiology |
|
onbekend. (2001). Nieuwe Uitgaven. Twirre, 12(3), 114–115. |
|