Beduusd van het telefoontje vlak ervoor zat ik de 7e januari ’s avonds aan mijn bureau: Jaap dood! Herinneringsbeelden buitelden over elkaar heen. Eén herinnering trof me, de herinnering aan een moment dat zich bij herhaling heeft voorgedaan. Ik belde Jaap op. Hij meldde zich; ik antwoordde “Hallo Jaap”. Steevast zei Jaap dan terug “Hallo Gertie”; dat deed hij dan met een hele kleine vertraging, die hem onderscheidde van alle andere mensen die ik ken. Vreemd dat juist zo’n detail zich aan mij opdringt. Alhoewel, in weerwil van wat veel spraakmakers van deze tijd regelmatig roepen (“beperk je tot de hoofdzaak, één A4’tje!”), hang ik een bestaande theorie aan die zegt ‘de bijzaak is de hoofdzaak’ Neem het natuurbeleid in Nederland. Het valt moeilijk vol te houden dat politici en beleidsmakers dáár een hoofdzaak in zagen de laatste kwart eeuw. Dat speelde zich af in de sfeer van de bijzaken, waar soms halvegare staatssecretarissen enkele peanuts voor mochten rondstrooien. Pas vanaf pakweg 1985 is er een beetje samenhang gekomen in dat beleid. Maar de vormgeving van de EHS is vanaf het allereerste begin te traag verlopen. Natuurbeleid is bijzaak nietwaar?