2004
Tusken Murns en Moddergat natoertynge út’e provinsje provinsje fryslân provincie fryslân Dit is echt nieuw!
Publication
Publication
Twirre , Volume 15 - Issue 3 p. 85- 85
Voor het eerst in de geschiedenis goot er in Twirre een voste rubriek verschijnen die verzorgd wordt door de provinciale Natuurmonitoring. En dit nummer heeft de primeur. Velen van u zullen weten dat de Natuurmonitoring op de provincie in maart 2003 is gestart met Meinte Engelmoer, Roland Jalving, Niels Schotsman en Simone Vos. Inmiddels zijn we anderhalf jaar verder en zijn er ook andere gezichten tijdelijk geweest of nu verschenen. Zo heeft Jair Euvermans als stagiair van de Hanzehogeschool de behoeftes voor een provinciaal website-onderdeel gericht op natuur voor ons in beeld gebracht. Stagiaire Marja Slotboom van het Van Hall Instituut is bij ons neergestreken om te werken aan de opkomst en de verspreiding van de Kerkuil in onze provincie (onder begeleiding van Johan de Jong). Ook zijn we tijdelijk versterkt met de komst van Michiel Versluijs. Michiel richt zich op de verwerking van de binnenlandse steltlopertellingen, die we in de afgelopen winter hebben uitgevoerd. Onze taak in het kort: We moeten zorgen een beeld te scheppen over de natuurontwikkelingen in de provincie Fryslan zowel in de ruimte als in de tijd. Daarbij draait het feitelijk om twee vragen: ’Waar zitten belangrijke natuurwaarden?’ en ’Hoe veranderen die waarden in de loop van de tijd?’ Er zijn vele wegen om die taak uit te voeren. Welke weg we ook kiezen, hef moet er eentje zijn waarbij veel wordt samengewerkt met zowel professionals als vrijwilligers, met natuurbeheerders en waterscheppers, met natuurspecialisten en jagers. We gaan er hier verder niet al te uitgebreid op in, maar laten een paar voorbeelden spreken.
Additional Metadata | |
---|---|
Twirre | |
CC BY 3.0 NL ("Naamsvermelding") | |
Organisation | Fryske Feriening foar Fjildbiology |
onbekend. (2004). Tusken Murns en Moddergat natoertynge út’e provinsje provinsje fryslân provincie fryslân Dit is echt nieuw!. Twirre, 15(3), 85–85. |