Ze zijn dit voorjaar al diverse keren in het nieuws geweest, het boerencollectief met Geert en Jan Peenstra, Oane Voolstra en Tjitze Bouma uit Nes (Boarnsterhim). In de Leeuwarder Courant en bij Omrôp Fryslân. Jan nog het meest, want hij gebruikt de pomp (die hij heeft om de venige sloten zo nu en dan op te schonen) nu om de greppels op zijn eigen land en dat van twee collega’s gedurende het hele voorjaar vol water te houden. En dat blijkt een gouden greep voor de weidevogels die het dit voorjaar bijzonder moeilijk hebben. Door de aanhoudende droogte zitten wormen en ander bodemleven diep in de grond. Zo diep, dat de steltlopers er met hun snavel niet meer bij kunnen. Bovendien is de bovengrond zo uitgedroogd dat deze op veel plaatsen scheuren vertoont en te hard is geworden. Het greppelplasdras, zoals Jan Peenstra dat nu realiseert, blijkt een enorme aantrekkingskracht te hebben op de hongerige vogels. Jan en Geert komen uit een gezin van acht kinderen, “fiif dochters, en de âldste en de beide jongsten binne soannen”, alsdus moeder Peenstra, waar ik op zondagochtend 6 mei aan de koffie schuif. Jan meldde me weinig tijd te hebben. Hij heeft extra materieel aangeschaft waarmee hij, naast het draaiend houden van z’n eigen melkveebedrijf, ook zo nu en dan wat loonwerk verricht voor collega-boeren. “As it reint ha ik de measte tiid sis mar...”, stelt hij lachend. Het loonwerk is overigens prima te combineren met z’n liefde voor weidevogels stelt Jan, want hij doet tijdens dit werk natuurlijk extra z’n best om nesten op te sporen en te beschermen.