Eind mei en begin juni 1991 heb ik op een viertal plaatsen in zuid-west Nederland Tetrix ceperoi (Bol.) gevonden. Op alle vier de locaties betrof dit een nogal massaal voorkomen. Twee van de vier locaties betreffen plaatsen waar ik voorgaande jaren rond dezelfde tijd ook al naar Tetrix-en gezocht heb. Op één van beide terreinen (oever van het Oostvoomse Meer, ET7153) heb ik in 1988 en 1989 géén Tetrix-en aangetroffen, op de andere plaats (Oostvoornse duinen in de buurt van het Brede Water, ET7249) heb ik regelmatig Tetrix subulata (L.) gevonden. Deze laatste soort heb ik dit jaar niet gezien, maar hij kan best tussen de massaal aanwezige Tetrix ceperoi’s gezeten hebben. De andere twee locaties betreffen de Grevelingendam (ET7625) en het Kleine Meer bij Ossendrecht (ES9496). Bij de laatste locatie heb ik vorig jaar wel in de omgeving geinventariseerd, maar toen was alleen Tetrix undulata (Sow.) aanwezig (nu was deze soort ook weer vertegenwoordigd). Het massaal aantreffen van Tetrix ceperoi op plaatsen waar de soort voorgaande jaren niet zichtbaar aanwezig was, plus het gemak waarmee deze soort gedurende drie velddagen gevonden kon worden (terwijl ik eigenlijk naar planten aan het kijken was) vind ik nogal opmerkelijk. Het is wel erg voorbarig om hier nu al conclusies aan te verbinden, maar het stellen van vragen is denk ik wel mogelijk. Is Tetrix ceperoi dit jaar algemener dan andere jaren? Zo ja, waardoor komt dit? Zo is het mogelijk dat het een cyclische piekend proces betreft, maar ook een weersafhankelijk optreden mag niet worden uitgesloten. De locaties bij het Brede Water en het Kleine Meer zijn plaatsen die normaal onder water staan, maar vanwege het droge voorjaar nu zijn drooggevallen.