Op 22 augustus 1992 liepen Karin Uilhoom en de schrijver van dit artikeltje in gezelschap van een aantal floristen op de Oosterkwelder van Schiermonnikoog (Am. co. 209- 611). Tijden het inventariseren van planten werd mijn aandacht getrokken door een sprinkhanengeluid dat ik dagelijks -in verband met mijn sprinkhaneninventarisatie op de Veluwe – hoorde, maar niet kende van de Waddeneilanden: het onmiskenbaar aanzwellende trrrrrrrt van Chorthippus biguttulus, de ratelaar. Ook Karin, die iets verderop liep, had, na attent gemaakt te zijn op het desbetreffende geluid, geen moeite met de soortdeterminatie. Wetende dat dit geen alledaagse waarneming betrof, heb ik het individu een tiental minuten geobserveerd. Achteraf bleek de waarneming nog opmerkelijker dan we in eerste instantie vermoedden: Chorthippus biguttulus was nog geen enkele maal op de Nederlandse waddeneilanden vastgesteld (mond. med. Roy Kleukers, 1992). Van de Oost-Friese waddeneilanden zijn slechts twee waarnemingen bekend. Eén – twijfelachtige – uit de eind negentiende eeuw van Borkum en één uit 1960 van Wangerooge (Bröring et al., 1990).