De sprinkhanen zijn flink in beweging! Chorthippus apricarius duikt op de meest onverwachte plekken op, Conocephalus discolor en Tettigonia cantans veroveren ons land en de geheimen van Chorthippus dorsatus en C. vagans worden langzamerhand ontsluierd. Het sprinkhanenproject vordert al met al aardig. Het collectiewerk is nu vrijwel afgerond en dit voorjaar is begonnen met het eerste schrijfwerk. Het belangrijkste van de atlas worden natuurlijk de recente verspreidingskaarten. De medewerkers aan het project hebben in vele delen van Nederland gegevens verzameld, maar om in de, medio 1994 te verschijnen, atlas dekkende verspreidingskaarten te kunnen presenteren, moet er nog het een en ander gebeuren. Verschillende waarnemers hebben al toegezegd mee te willen helpen de laatste witte plekken op te vullen. Vooral in Drenthe, Noord-Brabant en Noord-Friesland moeten nog heel wat gegevens verzameld worden. Andere gebieden die nog aandacht behoeven zijn de Gelderse Vallei, Groningen en delen van de Flevopolders. Het blijft natuurlijk zinvol om ook in andere delen van Nederland actief te blijven. De meeste inventarisaties in het kader van het atlasproject zijn noodgedwongen globaal en daarmee onvolledig, zodat altijd nieuwe soorten gevonden kunnen worden. Het is bovendien interessant om over gegevens van meerdere jaren te beschikken.