We kennen natuurlijk allemaal de treksprinkhanen in Azië en Afrika, die berucht zijn om hun destructieve vluchten. Dit zijn zeer goede vliegers, die zonder pauze honderden kilometers kunnen afleggen. De Nederlandse soorten staan niet bekend om hun goede vliegvermogen. Veel soorten hebben sterk gereduceerde vleugels en daardoor een geringe mobiliteit. Een aantal soorten is wel in staat korte (glij-)vluchten te maken, zoals Oedipoda caerulescens, Stethophyma grossum en Tettigonia viridissima. Ook wordt langzamerhand duidelijk dat macroptere individuen van normaal brachyptere soorten, vaak goed kunnen vliegen.