Deze atlas draagt nog steeds het adjectief ”voorlopig”. Er zijn inderdaad nog meer waarnemingen nodig om een juist beeld te krijgen van de verspreiding van de meeste soorten. De auteurs weten dat er nog heel wat gegevens genoteerd zijn in waarnemingsboekjes of opgeslagen in databases die hun weg nog niet hebben gevonden naar de werkgroep. Daarnaast zijn er nog vele witte vlekken op de kaart, die nog niet bezocht zijn. Een blik op het kaartje van Chorthippus parallelus (de Krasser) geeft onmiddellijk de slecht onderzochte streken weer: het zuiden van West-Vlaanderen, de zuidelijke Kempen, West-Brabant, Haspengouw en de Luxemburgse Ardennen. Maar ook in de reeds beter onderzochte streken is het aantal waarnemingen nog ontoereikend.