Met name in de omgeving van Eindhoven komen per jaar zo’n 5 à 10 meldingen bij SBB binnen aangaande mierenpoppenrovers. Meestal betreft het nesten vlak langs de openbare weg. Het betreffende gebied wordt door een daartoe opgerichte club geïnventariseerd op bosmier- nesten, waarvan er circa 140 zijn aangetroffen. De gegevens worden opgeslagen in een geografisch informatiesysteem van SBB. SBB heeft voor de eigen terreinen kaarten in het computersysteem en maakt overzichtskaarten van ca 10 km². Geconstateerde verstoringsoorzaken zijn: omploegen van nesten, storten van afval, poppenrovers en spechten. Verstoringen van mierennesten moeten worden gemeld aan de politie of de eigenaar cq (jacht)opzichter. Vaak hebben de poppenrovers een vast patroon, zodat geprobeerd wordt ze op heterdaad te betrappen.