Naast de reeds bekende recente vondsten van Ommen, Terschelling en Texel, heeft Peter Boer in 2000 ook een groot aantal nesten F. pressilabris bij Huisduinen (Den Helder) gevonden. De soort komt dus zowel langs bosranden als in duingebieden (vooral kruipwilg struweel) voor. Opmerkelijk is, dat ze niet zuidelijker zijn aangetroffen langs de kust. Waarschijnlijk hangt dit samen met het feit, dat het gebied van Huisduinen tot en met Terschelling vanaf het Vroeg-Atlanticum (5500 v.Chr.) tot en met het Subboreaal (2100 v.Chr.) één geheel vormde, dat verbonden was met Oost-Nederland (Ommen). Aan de zuidzijde en de noordzijde was de duinenrij onderbroken door een brede zeearm. Pas in de Middeleeuwen werd via de droogvalling “Het Koegras” een vaste verbinding (dijk) tussen Huisduinen en Alkmaar aangelegd. De daarna ontstane duinenrij met Hondsbossche Zeewering zijn in de afgelopen eeuwen kennelijk een onneembare barriëre geweest. Aangenomen mag worden dat F pressilabris dus al meer dan duizend jaar (voor het ontstaan van de Zuiderzee) op genoemde lokatie voorkomt! De vraag kan gesteld worden, waarom F. execta er wel in geslaagd is de Veluwe, Utrechtse Heuvelrug en duinen bij Schoorl en Bergen te bereiken.