De vraag die me het meest gesteld wordt over mieren, is: “Wat moet ik doen als ik mieren in mijn keuken aantref?” Mijn antwoord is altijd hetzelfde: “Oppassen dat U er niet op trapt”. Wees voorzichtig met de kleine schepseltjes. Geef ze wat kruimels van een cake. Ze houden ook van tonijn en slagroom. Neem een vergrootglas zodat U ze goed kunt bekijken. U bent dan even goed als wie ook in staat om sociaal leven te bestuderen zoals dat op een andere planeet had kunnen evolueren. De evolutionaire lijn die uitmondde in mieren en andere sociale insecten, scheidde zich meer dan 600 miljoen jaar geleden van de lijn waaruit de mensen zijn voortgekomen. De sociale systemen van insecten zijn volkomen onafhankelijk van de onze en verschillen er op een aantal fundamentele manieren van. Zij vormen een groots evolutionair experiment dat ons veel genoegen verschaft. Inmiddels is de studie van hun unieke eigenschappen op diverse terreinen van de biologie al bijzonder lonend gebleken. Op dit moment zijn er ongeveer 9.500 mierensoorten beschreven; dit aantal heeft een wetenschappelijke naam gekregen. Ik schat dat er in werkelijkheid twee tot drie keer zoveel bestaan en er is een enorme diversiteit binnen deze groep vliesvleugeligen. Een kolonie van de kleinste mieren ter wereld kan gemakkelijk rondlopen in de hersenpan van de grootste mier die er bestaat. Een bepaald geslacht mieren dat ik bestudeerde, Pheidole, bevat 285 soorten uit de Nieuwe Wereld die op naam gebracht zijn. In de collectie van het Museum of Comparative Zoology van de Harvard-universiteit bevinden zich ongeveer 600 soorten, hetgeen wil zeggen dat ongeveer 315 soorten nieuw zijn voor de wetenschap. Maandelijks komen nieuwe meldingen binnen van verzamelaars overal ter wereld.