Op 30 juni van dit jaar is Eddie Elton overleden. Ondanks zijn hoge leeftijd (geboren in 1911) en het feit dat hij nagenoeg blind was geworden, bezocht hij nog regelmatig bijeenkomsten van de Mierenwerkgroep. Sinds het overlijden van zijn vrouw (september 2000) ging zijn gezondheidstoestand echter zodanig achteruit dat hij niet meer actief kon zijn. Denkend aan Eddie zie ik een gedistingeerde, flegmatieke persoon voor me, die doorgaans nogal zwijgzaam was, maar opveerde zodra de rode bosmier, zijn geliefde studieobject, ter sprake kwam. Als oud medewerker van het vroegere ITBON (Instituut voor Toegepast Biologisch Onderzoek in de Natuur) en het latere RIN (Rijksinstituut voor Natuurbeheer) heeft hij de laatste halve eeuw gewerkt aan een populatiedynamische studie van rode bosmieren. Zo’n 25 jaar achtereen heeft hij het lot van bosmierennesten in het Nationaal Park “De Hoge Veluwe” gevolgd, hetgeen waardevolle gegevens heeft opgeleverd over de uitsterfkans en kolonisatiekans van nestpopulaties. Daarbij concentreerde hij zijn onderzoek steeds meer op factoren die de uitsterfkans van bosmierenvolken beïnvloeden, zoals predatie door de groene specht, de aanwezigheid van mierengasten (voornamelijk de kortschildkever Atemeles pubicollis) en de mogelijkheid van het overbrengen door deze kever van de ziekte van de labiaalklier (“pseudogynenziekte”). Voor het onderzoek van de laatste twee factoren maakte hij gebruik van één van de klimaatkamers van het Instituut (in Arnhem), waar hij een reeks kunstnesten had geïnstalleerd. Een deel van de resultaten zijn verwerkt in publicaties, maar veel van zijn gegevens zouden nog gepubliceerd kunnen worden. Een aantal leden van de Mierenwerkgroep willen proberen dit alsnog te doen. Het is jammer dat Eddie ons daarbij niet meer kan helpen.