In het kader van het vullen van 'witte gebieden' (vakkenvreten), kozen wij in het weekend van 29-30 juli de Noordoostpolder (NOP). De aanwezigheid van kalkrijke kwel (door afwezigheid van randmeren) en de locatie nabij de Weerribben en de Wieden maakte de NOP tot een potentieel waardevol libellengebied. Vanuit Vollenhove is het oost- en noordelijke deel van de polder bezocht. Aanwezig waren: Pim Edelaar, Vincent Kalkman en Silvan Laan en auteurs. Het landschap bestaat voornamelijk uit uitgestrekte akkers met weinig sloten. De soortenrijkdom is hier erg laag en vaak is het Lantaarntje Ischnura elegans de enige aanwezig soort. Locaal zijn er interessante sloten (vaak aan bosranden) met soorten als Azuur-Coenagrion puella en Variabele waterjuffer C. pulchellum, Blauwe glazenmaker Aeshna cyanea en Metaalglanslibel Somatochlora metallica. Van de Steenrode heidelibel Sympetrum vulgatum werden veel net uitgeslopen individuen waargenomen langs een mooi sloot met veel watergentiaan.