Tijdens een fietstocht op 27 juni 1990 bij het dorp Ermelo, ontdekte ik rupsen op brandnetel langs het rijwielpad. Iets verder aan dezelfde weg trof ik ook een maaimachine aan, die precies de strook langs dat rijwielpad vakkundig probeerde te ontdoen van onvertollig 'onkruid', gras en brandnetels, inclusief 'mijn' rupsen. Als vlinderman ging dit mij toch iets te ver en ik fietste naar huis terug, haalde een grote kartonnen doos en keerde terug naar de plek des onheils. Zoveel mogelijk rupsen werden er van de brandnetels langs het fietspad gehaald. De totale opbrengst was 150 volwassen rupsen van de Dagpauwoog (Inachis io) en 19 volwassen rupsen van het Landkaartje (Araschnia levana). Een grote wriemelende massa met veel brandnetel. Drie dagen later ging ik met mijn gezin op vakantie naar Sauerland. Goede raad was duur. Ik bracht 120 rupsen van de Dagpauwoog en drie van het Landkaartje terug naar een plek aan de Leuvenumseweg, waar ik zeker van wist dat daar niet gemaaid werd. De overige rupsen hingen al te verpoppen aan de bovenkant van de grote kartonnen doos. De doos werd open op het balkon gezet en wij gingen met vakantie.