Vorig jaar is er bij de Bedrijfsgezondheidsdienst R.B.B. in Den Haag de brochure Weten van tekebeten en Lyme-ziekte verschenen. Deze publicatie is vooral van belang voor allen, die regelmatig in de vrije natuur verblijven. De teek, waar het hier speciaal om gaat, heet Ixodes ricinus. Deze komt algemeen in Nederland voor. Er bestaan drie levensfasen: larve, nimf en volwassen teek. In een dichte kruidlaag of een ruige vegetatie wachten de dieren aan de uiteinden van sprieten of takjes op voorbijgangers (zoogdieren, vogels, reptielen) om zich daaraan vast te hechten en bloed te zuigen. In iedere levensfase bijten ze één keer. Is de voorbijganger een mens, dan kruipen ze vaak naar de knieholte, lies of andere huidplooi om daar de huid te doorboren. De duur van een bloedmaaltijd varieert nogal: zes tot acht uur voor de mannetjes, drie tot zeven dagen voor de onvolwassen vormen en een tot twee weken voor de vrouwtjes. De grootte van de diverse vormen is ook nogal verschillend: van een speldeprik tot ongeveer tien millimeter voor een volwassen volgezogen vrouwtje. Als men ze op het lichaam vindt, zijn ze meestal een paar millimeter groot. Er ontstaat dan bij de mens een jeukende rode bult, die niet snel verdwijnt nadat de teek is verwijderd.
Additional Metadata | |
---|---|
Vlinders | |
CC BY-NC 4.0 NL ("Naamsvermelding-NietCommercieel") | |
Organisation | De Vlinderstichting |
onbekend. (1991). In ’t kort. Vlinders, 6(3), 30–31.
|