In de snavel van een Geelgors vrouwtje zagen wij een merkwaardigs rups, die in het felle zonlicht citroengeel scheen en twee dunne 'staartjes’ had, alsof verdroogd, met bruine uiteindjes. Later herkenden wij hem als de onmiskenbare rups van de Grote weerschijnvlinder (Apatura iris)! De Geelgors nestelde kennelijk in de houtwal naast de holle weg en bleef een tijdje alarmerend bovenin een Sleedoorn zitten, waardoor wij de prooi goed konden bekijken. In de directe omgeving kwamen we de voedselplanten van de rups – wilgen, met name Boswilg – niet tegen. Een halve kilometer verderop zijn deze echter volop te vinden in het waterwingebied Roodborn (gemeente Eys). Hier voeden bronnen de langsstromende Eyserbeek en wisselen open, beekbegeleidend bos en ruigten elkaar af.
| Additional Metadata | |
|---|---|
| Vlinders | |
| CC BY-NC 4.0 NL ("Naamsvermelding-NietCommercieel") | |
| Organisation | De Vlinderstichting |
|
onbekend. (1992). In ’t kort. Vlinders, 7(4), 30–33. |
|