’s Winters heb je als vlinderaar alle tijd. De wind giert rond het huis, het regent pijpestelen of het vriest een graad of tien. Het maakt ons eigenlijk niet uit wat voor weer het is, vlinders zijn er toch niet. Die zitten lekker in een holle boom of hangen als ei, rups of pop ergens in de kale vegetatie. Niets om je druk over te maken dus, onze tijd komt wel weer. Dat vertellen we dan ook altijd aan vrouw en kinderen. "Ja, we moeten dit weekend echt naar de Veluwe, nu vliegen de Heivlinders nog, straks is het winter en dan zijn er geen vlinders meer." "Ik weet ook wel dat de schutting nog gemaakt moet worden, maar dat kan wel in de winter, dan heb ik alle tijd." ‘De rustige tijd’ is ’s zomers een prima smoes voor alle vervelende karweitjes die nog gedaan moeten worden.