Met het lengen van de dagen wekt de koolmees pns, te vroeg, met zijn liedje van verlangen. Zoemende hommels wijzen ons rond een behaaglijk middaguur de weg naar de eerste Crocussen en een Citroentje is er als de kippen bij. Halsreikend kijken we uit naar meer zonlicht en warmte. Vorst en schrale wind trotserend prijken de lianen van de Kamperfoelie al tot boven in het bos met frisgroen blad.