“Zaad rijpt in de zomer, kiemt langzaam, 1/3 ervan kiemt binnen 2-3 weken. Uitstrooien tussen augustus en december, niet bedekken. Vermeerdering ook door deling in april tot juni. Waarde voor dieren: veel soorten wilde bijen, honingbijen, vlinders en hommels. Natuurlijke standplaats: frisse tot vochtige, voedselrijke bodem, (verdraagt maaien), loofbosrand in zon en schaduw. Buurplanten: gewone vrouwenmantel, penningkruid, kruipende boterbloem, pimpernel, dagkoekoeksbloem, conkurrentieverdragende vaste plant tot 30 cm hoog, donkerblauw, bloeit in mei en later.” Vertaalde beschrijving van kruipend zenegroen, Ajuga reptans of Kriechender Günsel.
Additional Metadata | |
---|---|
Vlinders | |
CC BY-NC 4.0 NL ("Naamsvermelding-NietCommercieel") | |
Organisation | De Vlinderstichting |
Liesbeth ten Hallers. (2002). Wintersport voor botanisten. Vlinders, 17(1), 10–10. |