“Zaad rijpt in de zomer, kiemt langzaam, 1/3 ervan kiemt binnen 2-3 weken. Uitstrooien tussen augustus en december, niet bedekken. Vermeerdering ook door deling in april tot juni. Waarde voor dieren: veel soorten wilde bijen, honingbijen, vlinders en hommels. Natuurlijke standplaats: frisse tot vochtige, voedselrijke bodem, (verdraagt maaien), loofbosrand in zon en schaduw. Buurplanten: gewone vrouwenmantel, penningkruid, kruipende boterbloem, pimpernel, dagkoekoeksbloem, conkurrentieverdragende vaste plant tot 30 cm hoog, donkerblauw, bloeit in mei en later.” Vertaalde beschrijving van kruipend zenegroen, Ajuga reptans of Kriechender Günsel.