Heideblauwtjes houden van heide, hoewel: in het buitenland komen ze ook in bloemrijke kalk- en andere graslanden voor. Verwarring met het vals heideblauwtje en het kroonkruidblauwtje is dan mogelijk. Maar bij ons zijn blauwtjes met een brede donkere achterrandzoom aan de bovenzijde en met zilverachtig blauw beslagen achterrandvlekken aan de onderzijde altijd heideblauwtjes. De vrouwtjes hebben overigens een bruine bovenzijde met (soms vage) oranje maantjes. Heideblauwtjes houden vooral van dopheide. De dopheide met zijn teerroze, knikkende bloemtrosjes, bloeit van juni tot in de herfst: heideblauwtjes vliegen van eind juni tot begin augustus. De bloeitijd van dophei en de vliegtijd van het heideblauwtje vallen dus samen. Struikheide komt pas later in bloei. En hoewel zowel dop- als struikheide worden genoemd als waardplant, zullen we op een monotoon droog heideveld met vrijwel uitsluitend struikheide geen heideblauwtjes vinden. Er is daar voorlopig nog geen nectar te vinden, heideblauwtjes moeten het hebben van dopheide, vaak hun enige nectarbron!