Veel nachtvlinders kunnen horen. Onder meer uilen en spanners, en nog een stel kleinere families, hebben organen om geluid op te vangen. De bouw van het gehoororgaan is meestal in wezen niet anders dan dat van ons oor; een holte, afgedekt met een strakgespannen vlies dat gaat trillen door geluidsgolven, en een gespecialiseerde groep zenuwuiteinden die de trillingen van het vlies registreren en het signaal naar de hersenen doorgeven voor verdere bewerking. In plaats van gehoororgaan mag dus best van oor worden gesproken. Alleen de plaats is anders: meestal zitten de oren in het borststuk of in de basis van het achterlijf.