Het gaat niet best met het kerkelijk onroerend en roerend goed. Moederziel alleen, in de steek gelaten door de vroeger zo omvangrijke drommen gelovigen, trekken steeds meer kerken vooral nog de aandacht van slopers en projectontwikkelaars. Brocante klepbankjes ('leuk voor bij de eettafel!'), engelenbeelden en andere devotionalia, wijwaterbakjes en liturgisch vaatwerk verhuizen voor alleszins schappelijke prijsjes van het klerikale naar het huiselijke domein. En ook veel kapellen in ons land hebben het zwaar, zo kom ik te weten via verschillende websites 'voor surfende katholieken'. Zou er enige samenhang zijn tussen de moeilijke tijden die zijn aangebroken voor de religieuze kapellen en de achteruitgang van onze dagvlinders, vroeger ook kapellen geheten? Worden wij door hierboven voor onze toenemende ongelovigheid gestraft met minder vlinders om ons heen? Want de katholieke kerk en vlinders, die gingen altijd goed samen. Tot degenen die veel hebben bijgedragen aan onze kennis over vlinders en andere insecten behoren opmerkelijk veel monniken, broeders en missionarissen, die zich hun leven lang bezighielden met de fladderende voortbrengselen der schepping. Echt monnikenwerk, dat is toch vooral dag na dag, seizoen na seizoen, vlinders waarnemen, kweken en secuur alle gegevens bijhouden.