We hebben een koude en witte winter achter de rug. Voor de meeste vlinders is dat best gunstig. In het opwarmende voorjaar van maart werden dan ook veel kleine vossen, dagpauwogen, citroentjes en gehakkelde aurelia's gemeld. Bont zandoogje en boomblauwtje kwamen wat langzamer op gang, maar uiteindelijk werden ook die volop gezien. Het oranjetipje werd half maart al op een enkele plek waargenomen, maar begon pas echt te vliegen op de eerste zomerse dag van het jaar, 2 april. Op deze warme dag werden ruim 2100 waarnemingen doorgegeven, waarbij de dagpauwoog en de citroenvlinder het meest werden gezien.
Additional Metadata | |
---|---|
Vlinders | |
CC BY-NC 4.0 NL ("Naamsvermelding-NietCommercieel") | |
Organisation | De Vlinderstichting |
Albert Vliegenthart. (2011). Opmerkelijk Uilen en vossen. Vlinders, 26(2), 32–32. |