Ta-pompom, ta-pompom, ta-pompom, lang-kortkort, lang-kortkort marcheert het ritme van de versvoet 'dactylische hexameter'door mijn hoofd, elke keer als ik aan Griekenland denk. Dat gaat al zo, sinds in mijn middelbareschooltijd vrijwel dagelijks klassieke talen werden geserveerd. Andramoi-ennepemusapo-lutropoon, hosmala polla, zijn de woorden die de eerste regel vormen van de Odyssee. En maar vertalen, thuis en in de klas. "Vertel mij, muze, over de man... enz." Nog twaalfduizend regels lang dendert dit deuntje door – gelukkig niet in mijn hoofd – voordat Homerus het hele verhaal van de jarenlang met zijn manschappen rondzwervende Odysseus eindelijk happy laat enden. Zou het, enkele duizenden jaren later, nu met Griekenland zelf wel slecht aflopen? Het land dat ons nota bene het woord Europa zelf heeft uitgeleend krijgt als dank voor het aangenaam verpozen de laatste tijd wel heel veel onheilsprofetieën over zich uitgestort. Heel sympathiek (alweer zo'n Grieks woord) is dat niet. Trouwens, waarom zouden we eigenlijk niet allemaal auteursrecht aan Hellas gaan betalen voor alle Griekse leenwoorden? De financiële chaos (ja, ook een Grieks woord) daar zou dan in een oogwenk voorbij zijn.
Additional Metadata | |
---|---|
Vlinders | |
CC BY-NC 4.0 NL ("Naamsvermelding-NietCommercieel") | |
Organisation | De Vlinderstichting |
René Marcelis, & Peter Wetzels. (2012). (op)getekend Vergeten muze. Vlinders, 27(1), 9–9. |