2012
Wie niet weg is, is gezien Helpt u mee de sleedoornpage te vinden?
Publication
Publication
Vlinders , Volume 27 - Issue 1 p. 20- 20
De sleedoornpage is een niet alledaagse vlinder en je moet echt moeite doen wil je de vlinder eens zien. En zelfs dan is de kans van slagen niet eens groot. De beste manier om hem in kaart te brengen is door eitjes te zoeken. Deze methode is eenvoudig uit te voeren, maar wel arbeidsintensief. De eitjes zijn herkenbaar en bevinden zich vooral in sleedoornstruiken. Vrijwilligers zoeken ieder jaar vaste telroutes af en zo wordt de sleedoornpage in de gaten gehouden. Helaas neemt het aantal gevonden eitjes steeds verder af. De reden hiervoor is dat de sleedoornstruiken ouder worden en het aantal jonge uitlopers wordt beperkt. Onzorgvuldig en niet gefaseerd snoeien leidt soms tot verlies van afgezette eitjes. De sleedoornpage is een opportunist en een mobiele soort. Het is goed mogelijk dat de vlinders eitjes afzetten in de omgeving van de bestaande telroutes. In dat geval lijkt de oplossing eenvoudig; ook op andere plekken zoeken. Dat is makkelijker gezegd dan gedaan. Het tellen van eitjes is zeer arbeidsintensief. Daarbij komt dat sleedoorn lastig op afstand te herkennen is in de winter, dus waar liggen dan de meeste kansen? Gemeenten hebben doorgaans ook geen goed beeld van de sleedoornstruiken in het stadsgroen.
Additional Metadata | |
---|---|
Vlinders | |
CC BY-NC 4.0 NL ("Naamsvermelding-NietCommercieel") | |
Organisation | De Vlinderstichting |
Albert Vliegenhart. (2012). Wie niet weg is, is gezien Helpt u mee de sleedoornpage te vinden?. Vlinders, 27(1), 20–20. |