Het veenbesblauwtje, een van de Tienvoor12-soorten, komt alleen nog voor in een aantal veentjes in Drenthe en één in Groningen. Het is een echte hoogveenspecialist, waarvan de rupsen leven op kleine veenbes en lavendelheide. Bij Sellingen, in Zuidoost-Groningen, is afgelopen winter hard gewerkt aan nieuw leefgebied. Het zijn bijzondere plekjes waar het veenbesblauwtje nog voorkomt: hoogveenrestanten met veenmospakketten waar dopheide, struikhei en kraaiheide bulten vormen. Juist in de overgang van die bulten naar het open veenmos staan de waardplanten van de vlinder: kleine veenbes en lavendelheide. De afgelopen tientallen jaren zijn veel van deze veentjes verdroogd en het veenbesblauwtje is op veel locaties verdwenen. Bij Dwingeloo komt de soort nog maar op een paar plekken voor en ook is er nog één vliegplaats bij Sellingen, in Zuidoost-Groningen. De vlinder vliegt maar in een korte periode, van half juni tot half juli. De rest van de tijd zijn de rupsen aanwezig, schuilend in het veenmos en etend van de waardplant. In Sellingen is gewerkt aan nieuw leefgebied voor deze ernstig bedreigde vlinder.