Begin van het jaar schreef ik nog over de natte warme winter. Ik wist toen niet dat we nog een extreem koude en extreem warme periode zouden krijgen. Het temperatuurverschil binnen anderhalve maand was op enkele plaatsen meer dan 40 graden. Dat hebben we geweten. Het is een slecht vlinderjaar. De soorten vliegen wel, maar de aantallen zijn bijzonder laag. Berichten uit Spanje, Italië, Hongarije, Frankrijk, Bulgarije en eigen ervaring uit het buitenland bevestigen hetzelfde. Wat er precies aan de hand is, weten we niet. Het lijkt erop dat veel rupsen zijn gestorven in het voorjaar. Er zijn natuurlijk soorten die wél een goed seizoen hebben: duinparelmoervlinder, kleine vos en koevinkje. Grote weerschijnvlinder, spiegeldikkopje en bosparelmoervlinder worden ook geregeld waargenomen, maar hoe deze soorten het daadwerkelijk doen, zal moeten blijken uit de monitoring. De tellingen tonen in ieder geval aan dat de aantallen vlinders beduidend lager zijn dan normaal.
Additional Metadata | |
---|---|
Vlinders | |
CC BY-NC 4.0 NL ("Naamsvermelding-NietCommercieel") | |
Organisation | De Vlinderstichting |
Albert Vliegenthart. (2012). Opmerkelijk Weinig vlinders. Vlinders, 27(3), 28–28. |