Bij het door mij aangaande den gewaanden fossilen mensch uit de groeven van Oeningen medegedeelde, voeg ik hier nog een tweeregelig versje, dat scheuchzer tot dat voorwerp rigtte. Het luidt: Betrübtes Bein-Gerüst von einem alten Sünder, Erweiche Stein und Herz der neuen Bosheits-Kinder Nog merk ik aan, dat onze beroemde landgenoot P. Camper reeds in 1787 in eenen brief aan burtin schreef, dat men eene versteende hagedis voor eenen anthropolieth (versteenden mensch) had gehouden. D. L.