Bij de stad Durango in Mexiko, waar anders de tuinbouw slechts weinig ontwikkeld is, bereiken de verschillende koolsoorten eenen hoogen graad van volkomenheid. De donkere boerenkool, de witte,- roode- en savoijekool zijn uitmuntend, maar worden overtroffen door de bloemkool. Koppen van deze laatste van twee voeten in doorsnede en waarvan een enkele de vracht van eenen ezel uitmaakt, zijn volstrekt niet ongewoon. De Mexikanen telen de bloemkool niet uit zaad, maar door stekken, welke van de wederuitloopende stammen afgenomen worden en twee jaren voor hunnen volkomenen wasdom noodig hebben. De uit Europeesch zaad gewonnen bloemkool bereikt nooit deze grootte, zoodat de grootte der hier gewonnen bloemkool, naar alle waarschijnlijkheid meer aan deze bijzondere wijze van kweeken, dan aan de verschillende luchtgesteldheid in deze oorden toe te schrijven is. Zie Seeman, Reise um die Welt, II, p. 182.